Uiterlijk drie maanden voor de uitgerekende datum moet je je werkgever vertellen dat je zwanger bent. Verlof aanvragen doe je met een zwangerschapsverklaring. Je mag zelf kiezen of je verlof vier of zes weken voor je uitgerekende datum ingaat. Laat dat ook je werkgever weten. Je bent verplicht om minimaal vier weken voor de uitgerekende datum te stoppen met werken. Je totale verlof duurt in principe zestien weken.
Het bevallingsverlof gaat in op de dag na je bevalling. Dit verlof duurt minstens tien weken. Ook als je baby later dan de uitgerekende datum wordt geboren. Het zwangerschapsverlof en het bevallingsverlof samen duren dan langer dan zestien weken.
Als je in loondienst bent, krijg je een zwangerschaps- en bevallingsuitkering die gelijk is aan je salaris. Sommige werkgevers gaan er klakkeloos vanuit dat je niet meer fulltime aan de slag gaat als je terugkomt van je verlof. Bespreek wat de mogelijkheden zijn. Wees in ieder geval duidelijk, ook als je van plan bent niet minder te gaan werken.
Verlof als zelfstandige
Werk je als zelfstandige dan gelden er andere regels dan wanneer je in loondienst bent. In dat geval moet je bij het UWV een uitkering aanvragen. Je hebt recht op zestien weken uitkering. Je krijgt een uitkering voor vijf werkdagen. Voor de zaterdagen en zondagen krijg je niets uitgekeerd. De hoogte van je uitkering hangt af van je inkomen in het kalenderjaar voordat je zwanger werd. De uitkering is nooit hoger dan het minimumloon.
Calamiteitenverlof
Het kan altijd je gebeuren dat je baby onverwacht te vroeg geboren wordt of dat jij om een andere reden onverhoopt naar het ziekenhuis moet. In dat geval mag je partner onmiddellijk vrij nemen. Het salaris wordt dan altijd doorbetaald. Meld het calamiteitenverlof zo snel mogelijk aan je werkgever en geef aan hoe lang je verwacht dat het verlof gaat duren. De werkgever mag een redelijk verzoek voor calamiteitenverlof niet weigeren.