Omdat je nu kleine gesprekjes met je kind kunt voeren – waar het veel van opsteekt – zal het algauw zinnetjes met drie tot vijf woorden gaan maken. Tegelijkertijd gaat je kind steeds meer taalregels toepassen. Het zal lidwoorden en bijvoeglijke voornaamwoorden gebruiken en onderscheid maken tussen enkel- en meervoud. Ook de verleden tijd wordt met de leeftijd van ongeveer drie jaar gebruikt. Door het toepassen van grammatica maakt je kind natuurlijk ‘fouten’. Maar als je goed oplet zie je dat er een systeem zit in de fouten. Stel: je weet niet beter dan dat je een meervoud maakt door -en achter een woord te plaatsen, dan ligt het voor de hand dat je ook woorden die een -s krijgen in het meervoud met -en vervoegt. Als boek in het meervoud boeken wordt, dan wordt baby vanzelfsprekend babyen. Hetzelfde geldt voor de verleden tijd. Omdat je ‘Papa pakte de banaan’ zegt, is het niet meer dan logisch dat papa vervolgens ‘valde over de schil’. Ga je kind niet nadrukkelijk corrigeren, maar herhaal gewoon de juiste vorm. Je kind is bezig om regels in taal te ontdekken. Dat er uitzonderingen bestaan, bevat het nog niet.
De verhaaltjes die je voorleest kunnen nu al een stukje ingewikkelder worden. Kijk goed naar je kind. Wat houdt je kind bezig? Wat begrijpt het? Kies verhaaltjes die dicht bij z’n belevingswereld staan. Het verhaal moet naast herkenbare ingrediënten ook iets nieuws of verrassend bevatten. Een bezoek aan de huisarts kan een goede aanleiding zijn om een boekje over de poppendokter te lezen. Onbewust krijgt je kind mee dat wondjes en ongelukjes bij het leven horen. Zelfs de pop kan zich bezeren. En het zal je peuter deugd doen als hij hoort dat ook de beer de komst van een nieuwe baby niet alleen leuk, maar ook lastig vindt. Door vragen over de verhaaltjes te stellen of je kind het verhaaltje te laten aanvullen met eigen belevenissen, wordt de woordenschat niet alleen vergoot, maar zal je kind ook steeds meer gaan nadenken en verbanden leggen.
Rijmpjes en herhaling zijn nog steeds echte aanraders. Je kind wordt gestimuleerd om hardop mee te doen en zelf de zinnen af te maken. Voorlezen met stemmetjes kan leuk zijn, maar heeft niet echt een toegevoegde waarde bij peuters. Met intonatie en duidelijke articulatie kun je het verhaal ook levendig maken.