De eerste paar dagen na de bevalling zijn onvoorspelbaar en is ‘vraag en aanbod’ nog niet in balans. Na de kraamweek stemmen jij en je baby je langzaamaan steeds meer op elkaar af: jij maakt aan wat je kind nodig heeft. De overvolle borsten van de eerste week worden soepeler. Dat betekent niet dat je minder melk aanmaakt, maar juist dat de borstvoeding goed op gang is gekomen. Voedde je in het begin op elk moment van de dag, dan komt er misschien stilaan wat meer structuur in. De voedingen duren wellicht al minder lang, omdat jullie er allebei handiger in zijn geworden en je kind al aangesterkt is.
Ga niet te snel over op één borst per voeding. In de eerste weken is het belangrijk om beide borsten te stimuleren om de productie op de langere termijn te garanderen. Mocht je baby na het drinken van een borst in slaap vallen, dan kun je hem tussendoor even verschonen. Waarschijnlijk drinkt ie daarna gewoon verder.
Onzekerheden
Het is logisch dat je in het begin onzeker bent of je baby wel genoeg melk heeft binnen gekregen. Het geven van de fl s geeft zogenaamde zekerheid: je ziet precies hoeveel er in gaat. Maar het is een schijnzekerheid. Het gaat er uiteindelijk om dat een baby genoeg gedronken heeft, en niet om precies dezelfde hoeveelheid per voeding. Er zijn verschillende dingen waar je op kunt letten als je je zorgen maakt. Wordt je kind om de paar uur uit zichzelf wakker en geeft het duidelijk aan dat het honger heeft? Duurt een voeding zo’n vijftien tot dertig minuten? Hoor je je baby regelmatig slikken en actief drinken? Drinkt je baby de eerste minuten met zijn oogjes open? Heb je voor de voeding een vol gevoel in je borsten en voelen ze na de voeding soepel aan? Bedenk vooral dat het geven van borstvoeding teamwork is: elke moeder en baby zijn goed op elkaar afgestemd.
Daarnaast kun je letten op de luiers. Heeft je baby vanaf de derde dag zes natte luiers per dag en nog belangrijker minimaal drie tot vier flinke poepluiers de eerste weken? Vooral die poepluiers zijn een goede indicatie dat je genoeg melk hebt. En tot slot niet onbelangrijk: oogt je kind tevreden? Je kunt natuurlijk ook contact opnemen met het consultatiebureau. Daar hebben ze vaak wekelijks een ‘weeguurtje’.
Regeldagen
Vaak rond de tien dagen, zes weken en drie maanden gaat je kind ineens weer op de meest onmogelijke tijden drinken en veel vaker op een dag. De zogenaamde regeldagen. Het advies: niet te veel twijfelen, gewoon aan toegeven en je kind vaker aanleggen. Na hooguit een paar dagen herstelt het ritme zich vanzelf. Baby’s die kunstvoeding krijgen kennen trouwens ook dit soort onrustige periodes. Als je op verzoek voedt, zal je waarschijnlijk niet eens merken dat je kind een regeldagje heeft.