In de vijfentwintigste week van de zwangerschap kunnen de oogleden al open- en dichtgaan. En in de drieëndertigste week wordt de baby zich ook bewust van veranderingen in lichtsterkte. Fel licht dat gefilterd door de baarmoederwand heendringt, is een nieuwe zintuiglijke gewaarwording. En daar reageert de ongeboren baby op. Zo kan de moeder merken dat hij actief gaat schoppen. Dus zelfs in de donkere baarmoeder is de oogspiercoördinatie en het zicht al volop in ontwikkeling.
Vormen worden pas na de geboorte waargenomen. Het overgrote deel van de baby’s heeft een voorkeur voor gezichten of voorwerpen die daar op lijken. Bepaalde gebieden in de hersenen die verantwoordelijk zijn voor het zicht, zijn na de geboorte nog niet volgroeid. Toch is het niet zo dat baby’s enkel zwart-wit zien, hoewel ze scherpe contrasten het beste onderscheiden. Omdat het netvlies nog niet helemaal ontwikkeld is, zien baby’s nog wel wat wazig. Dat verklaart waarom een pasgeboren baby vooral patronen met een sterk contrast kan onderscheiden. Na de geboorte zal het nog acht maanden duren voordat het zicht zich volledig heeft ontwikkeld en de baby even scherp ziet als een volwassene. Het duurt echter enkele jaren voordat de oogspieren zich geheel hebben ontwikkeld.
Het zicht van je baby stimuleren
Elke activiteit waarbij beweging een rol speelt is goed voor de visuele ontwikkeling. Baby’s hebben een zicht tot ongeveer 20-25 cm. Laat dat nu precies de afstand zijn van jouw gezicht als je je baby op schoot hebt of hem de borst geeft. Gekke bekken trekken en bewegen met je hoofd, activiteiten die de oogspieren versterken en de ogen stimuleren om als een team samen te werken zijn belangrijk voor de ontwikkeling van een goede hand-oogcoördinatie. Speeltjes kunnen hierbij helpen, zoals een voorstelling met handpoppetjes, kiekeboe doen of gewoon een sjaaltje van links naar rechts zwaaien. Je baby moet er dan continu voor zorgen dat zijn ogen samenwerken. Interessant: de aandacht gaat eerder uit naar voorwerpen die links of rechts van de baby liggen, dan die zich boven hem bevinden.
