Rond zijn vierde kan je kind bijna alles. Na zijn vierde worden zijn bewegingen steeds efficiënter. Tot die tijd is het een kwestie van oefenen en verbeteren. Tussen zijn derde en vierde jaar heeft hij daar veel ruimte voor nodig. Je kind kan een beetje hinkelen. De meesten kunnen fietsen
op een driewieler en een enkeling kan zonder zijwieltjes fietsen. Met ingewikkelde zaken als skaten en sporten in competitieverband moet je nog een klein jaar wachten.
Beweegtips voor je peuter
- Geef je peuter het liefst verschillende keren per dag de kans om actief te bewegen. Je kind geeft zelf aan wanneer hij moe is.
- Je kind doet uit zichzelf geen dingen die hij nog niet kan. Laat je peuter dus zijn gang gaan, maar blijf in de buurt als hij op een muurtje wil klimmen. Erop kan-ie misschien wel, maar hij moet er ook nog af.
- Zet je kind niet altijd in de wandelwagen, maar laat hem lekker zelf lopen. Til hem niet automatisch op als hij wil traplopen, maar help hem bij het oefenen.
- Je kind leert van vallen én opstaan. Blijf daarom ook eens rustig zitten als je kind door de kamer kuiert.
- Geef als ouder het goede voorbeeld. Ga dus bij voorkeur lopend of met de fiets op pad.