Als je zelf moeder wordt is dat een mooi moment om de relatie met je eigen moeder eens onder de loep te nemen. Wat betekent het voor de moeder-dochterrelatie als de dochter zelf moeder wordt?
Als een dochter moeder wordt is dat een belangrijke kanteling in de relatie. In feite wordt de dochter collega van haar moeder. Er komt een kleinkind en moeder wordt grootmoeder. Dat is een heel grote verschuiving, waardoor de relatie totaal verandert. Het is vaak een moment van verzoening, maar het levert ook spanning op. Grootouderschap biedt een nieuwe kans in het leven. Toen de grootmoeder haar kind opvoedde, heeft ze mogelijk dingen nagelaten of had ze niet overal aandacht voor. Dat kan ze via haar kleinkind weer goedmaken. Dochters zeggen dan vaak: ‘Waarom heeft ze dat bij mij nooit gedaan?’ Omdat ze het toen niet kon. Nu wel. Omdat het jouw kind is, doet ze het nu ook voor jou. Opvoeden is een zware taak. Als grootmoeder heb je de eindverantwoording niet, daarom kun je ook wat zachter en coulanter zijn.
Als je je verzoent met je moeder, profiteren alle drie de generaties daarvan. Gun je kind een oma en gun je moeder een herkansing. Daar word je zelf ook beter van. Als je boos blijft, werpt dat een schaduw op de relatie met je eigen kind. Ik noem dat ‘de roulerende rekening’. Het kind krijgt de rekening gepresenteerd van jouw moeizame relatie met je moeder. Dat betekent dat het kind onder druk komt te staan: het moet lief zijn, geduldig zijn enzovoorts. Het kind moet zijn of haar grootmoeder compenseren. Als zo’n kind dan ook weet dat oma niet ‘deugt’, dan groeit het zeer onveilig op. Als oma al niet deugt, wie dan wel? Hoe moet je als kind dan leren om mensen te vertrouwen?
Om die reden moeten mensen ook niet breken met hun ouders. Een kind krijgt het idee: iedereen kan geschrapt worden, ik dus ook. Noem het liever ónderbreken. Je kunt namelijk nooit helemaal loskomen van je moeder, je blijft verbonden. Uiteindelijk keer je toch steeds weer bij je moeder terug.
Zelfs als je je moeder nooit hebt gekend, omdat zij bijvoorbeeld jong is overleden, is er die verbintenis. Je bent fysiek met je moeder verbonden omdat je negen maanden in haar lichaam hebt gewoond. Als een moeder overlijdt, speelt een klein kind ogenschijnlijk door, maar het gemis komt altijd boven op belangrijke momenten zoals bij het trouwen of kinderen krijgen. Een stiefmoeder kan dat niet inhalen. Zij kan niet vertellen over haar zwangerschap en de geboorte. En een schoonmoeder kan dat gemis evenmin compenseren. Zij kan tenslotte ook zomaar je ex-schoonmoeder worden. Een moeder is onvervangbaar en onuitwisbaar.
Daarom tobben we er zo vaak mee. Maar, hoe goed je ook met je moeder bent, moeders en dochters zijn géén vriendinnen. Dat bestaat niet. Een moeder heeft je het leven gegeven en kan daarom nooit gelijk zijn aan jou. Een vriendin kun je kiezen en daar kun je mee stoppen. Als zij je vier keer laat zitten, kun je de vriendschap opzeggen. Met een moeder kan dat niet.
Er zijn geen regels voor een goede moeder-dochterrelatie. Bovendien is iedere relatie uniek. Wat wel belangrijk is, is verzoening. Verder is het zaak dat moeders hun dochters erkennen. Dan gaat het niet over een mooie nieuwe jas, maar over zaken die van wezenlijk belang zijn. Vrouwen willen dat hun eigen moeder hun een goede moeder vindt. Dat is de belangrijkste erkenning die ze kunnen krijgen. Ze willen het ook beter doen dan hun eigen moeder. Als een kind een extreme opvoeding heeft gehad, zie je vaak dat zij daar ook extreem op reageert. Dat gaat van een hele strenge opvoeding naar een vrije opvoeding waarin alles kan, of net andersom. Het blijkt vaak moeilijk te zijn daarin een middenweg te vinden.
Bron: interview met familietherapeut Else-Marie van den Eerenbeemt in Why’s.