‘Kinderopvang en basisonderwijs samen op één plek’

Eén organisatie moet kinderopvang én basisonderwijs kunnen verzorgen. Dat stellen wethouders van vijftig gemeenten en bestuurders uit onderwijs en kinderopvang. In zulke kindcentra zouden kinderen betere kansen krijgen zich te ontplooien. De samenwerkende organisaties willen tevens dat alle kinderen het recht krijgen op kinderopvang. Elk kind tot 4 jaar kan dan twee dagen naar de opvang – bij voorkeur gratis – en ouders die dat nodig hebben kunnen extra dagen bijkopen. Dat kan vroege achterstanden van kinderen helpen voorkomen. Oudere kinderen hebben allemaal recht op een aantal uur naschoolse opvang.

Eerder pleitte minister Asscher (Sociale Zaken) ook al voor meer opvang van jonge kinderen. In tegenstelling tot veel andere landen is er in Nederland geen overheidsopvang voor kinderen onder de basisschoolleeftijd. Asscher gelooft sterk in de emancipatoire gedachte achter de kinderopvang. Het kan ouders in zijn ogen helpen bij de opvoeding en de integratie van minderheden bevorderen. Hij maakte onlangs extra geld vrij voor de kinderopvangtoeslag. Ook gemeenten krijgen geld voor meer kinderopvang.

Eén kindcentrum
De zogenoemde Regiegroep Kindcentra 2020 – waarin vertegenwoordigers zitten van de vijftig wethouders en van bestuurders van grote scholengroepen en kinderopvangorganisaties – die vandaag in Den Haag hun visie presenteert, wil nu nog verder gaan. Momenteel is het Nederlandse stelsel ‘een verzameling schotsen zonder enige samenhang’, zegt voorzitter Gijs van Rozendaal. ‘Peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, voorschool en basisschool zijn zelfstandige instellingen met een eigen systeem van financiering. De programma’s zijn niet op elkaar afgestemd, er zijn geen doorgaande ontwikkellijnen voor kinderen.’

Dat probleem zou voorbij zijn als al die verschillende instellingen kunnen opgaan in één kindcentrum dat zowel onderwijs als opvang verzorgt, meent de Regiegroep. Zulke kindcentra voor kinderen van 0 tot 12 jaar kunnen werken met één pedagogische visie, waardoor activiteiten beter op elkaar aansluiten. Dat zou de ontwikkeling van kinderen ten goede komen.

Praktische problemen
Op dit moment bestaan er in Nederland al integrale kindcentra, maar die lopen vaak tegen praktische problemen aan. Zo mag een klassenassistent van een school niet zomaar worden ingezet op de naschoolse opvang. Ook gelden verschillende cao’s en arbo-regels in de twee sectoren. De groep pleit er daarom voor om de wet op het primair onderwijs te veranderen. Het wetsvoorstel hebben de leden al geschreven. ‘We hopen dat het volgende kabinet ermee aan de slag gaat’, zegt Van Rozendaal.

Buiten de politiek heeft de visie al een breed draagvlak, zegt de voorzitter. De grote bonden staan erachter, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en ouderorganisaties uit zowel onderwijs als kinderopvang. Ook organisaties als NOC*NSF en Meer muziek in de klas juichen de plannen toe. Hoogleraar kinderopvang Ruben Fukkink van de Universiteit van Amsterdam vindt het ‘een goed plan’ om meer kindcentra op te richten. ‘Nu gaan kinderen soms op maandag naar de peuterspeelzaal, op dinsdag naar de crèche en op woensdag naar oma. Kinderen hebben juist behoefte aan stabiliteit: vaste gezichten van de staf, dezelfde vriendjes. Dat kan nu vaak niet.’

Bron: De Volkskrant