Hoe doe je dat, de regie nemen over de geboorte? Je kunt van tevoren een geboorteplan opstellen samen met je verloskundige. Daarin leg je vast waar je wilt bevallen, wie er bij zal zijn, in welke houding je wilt bevallen. De verloskundige bespreekt alle mogelijkheden, zodat je een weloverwogen keuze kunt maken. Dat neemt niet weg dat het tijdens de bevalling zelf heel anders kan verlopen. Bijvoorbeeld omdat daar een medische reden voor is. Misschien wilde je op de baarkruk bevallen, maar blijkt tijdens de bevalling dat je door de ligging van je kind toch beter op je zij kunt liggen. En misschien blijkt die baarkruk voor jou toch niet zo comfortabel als gedacht. Dan wijk je af van het geboorteplan, maar dat doe je bewust en in samenspraak.
Jij, je partner, de verloskundige en de kraamverzorgende hebben een gezamenlijk vertrekpunt en zijn op elk moment bij de keuzes betrokken. Dat is een heel andere beleving dan als je niet voorbereid bent en de verloskundige zou zeggen: zo gaan we het doen. – Marianne Nieuwenhuijze, verloskundige
Voorkeuren baringhouding
Het geboorteplan heeft nog meer voordelen. Hoe sterker de voorkeur van de moeder voor een bepaalde houding, hoe groter de kans dat zo ook werkelijk zo bevalt. Het geboorteplan helpt je een heldere voorkeur te formuleren. Andersom is het voor de verloskundige ook makkelijker om jou bij de les te houden. Te midden van alle weeën denk je er misschien zelf niet meer aan, maar zij kan dan tegen je zeggen: ‘Kom, zullen we de baarkruk eens proberen? Dat wilde je graag, weet je nog?’ Het werkt dus goed in twee richtingen.
Informeer je goed over de mogelijkheden en bespreek je vragen en keuzes vooraf met de verloskundige. En laat je vooral niets wijsmaken… dé baringhouding bestaat niet.
Geschiedenis van het geboorteplan
Vóór de 17e eeuw bevielen vrouwen in allerlei posities, maar zelden liggend. Dat laatste was voorbehouden voor lange en moeizame bevallingen. Het was de Parijse gynaecoloog François Mauriceau (1637-1709) die de bevalling op bed introduceerde. Door het gebruik van gynaecologische instrumenten zoals de verlostang in de 18e eeuw kwam de liggende baringshouding nog meer in zwang. Aan het begin van de twintigste eeuw was deze positie uitgegroeid tot de meest populaire in de westerse wereld. In landen waar de westerse verloskunde nog geen grote invloed heeft, is een ‘verticale’ bevalling – staand of gehurkt – nog steeds heel gebruikelijk.
Bron: proefschrift Ank de Jonge