in de auto

Drie op de vier kinderen zit niet veilig in de auto. De enige veilige manier om je baby in de auto te vervoeren, is zittend in een autostoeltje. Vervoer je kind zo lang mogelijk tegen de rijrichting in, – zeker het eerste jaar, maar liefst langer. Bij een aanrijding worden hoofd en rug in het stoeltje gedrukt. Erg belangrijk, omdat de nek nog niet voldoende is ontwikkeld om de schok op te vangen. Je kind is te groot voor het autostoeltje als de bovenkant van de oren boven de rugleuning uit komen. De beentjes mogen wel over de rand steken. Zet het stoeltje altijd veilig vast met een driepuntsgordel of ISOFIX-systeem en schakel de airbag uit. Is de gordel te kort, laat dan bij de garage een langere gordel plaatsen. Wees niet creatief met noodoplossingen of met een autogordelverlenger. Gebruik uitsluitend een stoeltje dat voorzien is van een ECE R44-03 of -04 keurmerk.

Er is een nieuw type autostoeltje op de markt: de i-Size stoel. Dit autostoeltje is nog veiliger, omdat kinderen langer achterwaarts kunnen worden vervoerd. Nieuwe auto’s zijn vanaf eind 2013 uitgerust met minimaal één zogenaamde i-Size ready zitplaats. Voordeel: het vastmaken in de auto is gemakkelijk en kan niet fout gaan. De i-Size autostoelen passen ook op sommige ISOFIX aansluitingen.

Het autostoeltje is alleen bedoeld om je kind in de auto mee te vervoeren, gebruik het dus niet als slaapplaats. Je kind heeft dan te weinig bewegingsruimte en dat is slecht voor de motorische ontwikkeling. Overweeg je een tweedehands autostoel te kopen? Wees er dan zeker van dat het stoeltje nooit betrokken is geweest bij een aanrijding. Hierdoor kunnen er scheurtjes in het kunststof zijn ontstaan. Die zie je niet altijd met het blote oog, maar het stoeltje is dan niet meer veilig.