Na de kraamweek stemmen jij en je baby je langzaamaan steeds meer op elkaar af: wat je kind nodig heeft, maak jij aan. De overvolle borsten van de eerste week worden soepeler. Dat betekent niet dat je minder melk aanmaakt, maar juist dat de borstvoeding nu goed op gang is gekomen. Voedde je eerst op elk moment van de dag, dan komt er misschien stilaan wat meer structuur in. De voedingen duren wellicht al minder lang dan in het begin, omdat jullie er allebei handiger in worden en je kind al aangesterkt is. Tip: ga niet te snel over op één borst per voeding. In de eerste weken is het belangrijk om beide borsten te stimuleren om de productie op de langere termijn te garanderen. Mocht je baby na het drinken van een borst in slaap vallen, dan kun je hem tussendoor even verschonen. Eenmaal weer wakker, geef je hem de tweede borst.
